Daan Schut, CTO Alliander: “Hele samenleving moet veranderen voor de energietransitie”.

“De energietransitie is één van de grootste uitdagingen voor onze maatschappij”, stelt Daan Schut, Chief Transition Officer van Alliander. De energietransitie komt voort uit het klimaatakkoord, waarin is afgesproken dat in 2030 zeventig procent van de energie duurzaam opgewekt moet worden. Maar dat is niet eenvoudig. Het elektriciteitsnet is niet ontworpen voor grootschalige regionale opwek en raakt op steeds meer plekken vol. “Samenwerking en verandering van alle betrokken partijen is noodzakelijk om de doelstellingen te halen.” 

 

Vóór 2030 moet er 35 terawattuur aan duurzame energie zijn aangesloten, moeten anderhalf miljoen woningen van het aardgas af en moeten er 1,8 miljoen laadpalen zijn geïnstalleerd. Om dit te realiseren is een verdubbeling van het huidige stroomnet nodig. Dit alles in tien jaar tijd. “Waar we normaal gesproken veertig jaar over kunnen doen”, zegt Schut. “Het is een enorme uitdaging. De manier van werken van netbeheerders moet hiervoor veranderen, net als hoe wij infrastructuur inpassen. Daarnaast is de fysieke ruimte schaars en is er een tekort aan technici om het werk uit te voeren. Kortom, we staan voor een flinke uitdaging.”

Nieuwe werkwijze hanteren

Netbeheerders hanteren een werkwijze die succesvol is gebleken. Deze zorgde ervoor dat Nederland één van de betaalbaarste en betrouwbaarste energienetten van de wereld heeft. “We ontwerpen op een heel solide en betaalbare manier, maar als je in tien jaar tijd veranderingen door wilt voeren waar je normaal gesproken veertig jaar over doet, vraagt dat om een andere handelingssnelheid. De huidige werkwijze komt daarmee niet overeen. Wat wij moeten leren is op een andere manier, meer out-of-the-box, naar ons werk te kijken, bijvoorbeeld hoe we een klant in de helft van de tijd kunnen aansluiten. We moeten de knop omzetten en we hebben de uitdaging om dat voor elkaar te krijgen.”
De energietransitie is niet de enige grote maatschappelijke beweging waar Nederland mee te maken heeft. Ook speelt het grote tekort aan woningen, met name in het westen van het land. “De ruimtelijke opgave is dus behoorlijk groot. We zullen, net zoals we dat tot zo’n tien jaar geleden deden, veel meer landelijke integrale ruimtelijke ordeningsplannen moeten maken. Per gebied kijken hoe je de grote transformaties die eraan komen in kan passen. Je mag van de overheid verwachten dat ze hierin de leiding nemen. Netbeheerders moeten op hun beurt nadenken of elektriciteitsstations niet kleiner en sneller gebouwd kunnen worden. Of in dichtbevolkte steden zoals Amsterdam onder de grond.”

Samenwerking noodzakelijk

Samenwerking van alle betrokken partijen, van overheden en, netbeheerders tot aan, aannemers, bewoners en ondernemers, is hiervoor noodzakelijk. “Je kunt zeggen dat als we het met z’n allen blijven doen wat we nu doen, we de opgave niet voor elkaar krijgen. De hele samenleving moet zijn manier van werken veranderen. Netbeheerders, marktpartijen en overheden. Deze laatste zullen bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening anders moeten inrichten. De afgelopen vijftien jaar is er vanuit de centrale overheid heel veel bij de lokale overheden neergelegd. Bij een dusdanig grote transformatie moet de overheid het heft juist weer in handen nemen en de ruimtelijke ordening meer integraal oppakken.”
Dit geldt volgens Schut ook voor ruimtelijke procedures. “Burgerparticipatie speelt vanzelfsprekend een grote rol, maar het kan zo maar vier tot zes jaar duren voordat een vergunning is verleend voor de bouw van een groot elektriciteitsstation. Als wij 150 nieuwe stations moeten bouwen in tien jaar tijd, met allemaal een procedure van zes jaar, hoef ik niet voor te rekenen dat dat niet gaat lukken. Het is aan netbeheerders en overheden om samen na te denken hoe dit anders kan, bijvoorbeeld door stations voor een heel gebied in één procedure te behandelen.”

Bewustzijn wordt groter, maar is nog onvoldoende

Volgens Schut is het bewustzijn van de betrokken partijen over het probleem nog onvoldoende. “Doordat op sommige plekken het elektriciteitsnet nu vol is, begint het bewustzijn echter wel te groeien. Tot een paar jaar geleden kon je altijd op stroom worden aangesloten. Dat is niet meer zo. Daar is veel aandacht voor geweest. Inmiddels beginnen meerdere partijen te begrijpen dat het bouwen van infrastructuur veel tijd kost. Als er files staan is een snelweg ook niet in één keer twee keer zo breed. Dat kost ook jaren. Dat geldt voor het elektriciteitsnet ook. Dus meer partijen beginnen zich zo langzamerhand bewust te worden van de problematiek, maar dat is nog iets anders dan dat iedereen zich realiseert wat zijn eigen rol daarin is. Samen moeten we een masterplan maken om de uitvoering van de energietransitie efficiënt vorm te geven en iedereen zijn rol daarin helder te maken.”

Prioriteiten stellen

Dat masterplan moet hét referentiekader worden voor de uitvoering van de energietransitie. Schut: “De vragen die we hierin moeten beantwoorden zijn: Wat moet er gebouwd worden? Op welke plaatsen bouwen we? In welke volgorde? Waar zetten we de technici in? Daarbij komen: prioriteiten opstellen is hierbij niet onbelangrijk. Netbeheerders mogen niet discrimineren. We mogen niemand voortrekken. Dat betekent eigenlijk dat we iedereen moeten helpen aan een aansluiting op het moment dat er naar wordt gevraagd. Maar het kan alleen niet allemaal tegelijk. We zullen samen met overheden moeten bepalen wat we in welke volgorde doen. Wat heeft de prioriteit zodat we uiteindelijk de doelen voor 2030 kunnen realiseren?”
Het maken van die keuzes is volgens Schut “enorm lastig”. “Iedereen vindt zijn eigen belang natuurlijk het grootst. Er speelt straks heel veel politiek om heen. Dat merk je nu al soms in de drie noordelijke provincies. Dan worden in de media en de politiek vragen gesteld. Hoe komt het dat bij een voetbalvereniging zonnepanelen niet op een dak kunnen worden aangesloten? Dat, terwijl dat wel kan bij grote commerciële parken. Maak die afweging maar eens. Die grote parken hebben we nodig om de klimaatdoelen te halen. Aan de andere kant wil je ook heel graag dat de burgers participeren voor de uiteindelijke acceptatie van de hele energietransitie.”

Groot gebrek aan technici

Technici zijn nodig om de stations van de netbeheerders te bouwen. Maar er is een groot gebrek aan. Een blik opentrekken met vakbekwame mensen gaat niet. Waar ligt dan de oplossing? “Wat niet gaat werken, is elkaar beconcurreren. Dat wij onze lonen omhoog gooien zodat de technici van andere bedrijven naar ons komen. Dat zou voor ons wel goed zijn, maar niet voor het realiseren van het klimaatakkoord . Want de totale groep aan technici blijft even groot. Wij zijn, samen met de verschillende stakeholders, ons aan het richten op het opleiden van mensen, het toevoegen van herintreders en omscholingstrajecten.”
“Uiteindelijk denk ik dat we het daar zelfs ook niet mee gaan redden. Wij moeten naar het buitenland kijken om daar werknemers vandaan te halen. Waarbij ik direct een nuance aanbreng. Heel Europa moet in tien tot twintig jaar de energietransitie maken. Het is dus nog maar de vraag hoeveel medewerkers we vanuit Europa kunnen halen. Maar we zullen in ieder geval naar die mogelijkheid moeten kijken.”

Samenspel der dingen

Een grote groep nieuwe technici alleen gaat er volgens Schut niet voor zorgen dat de energietransitie lukt. “Het is het samenspel der dingen dat uiteindelijk ervoor zorgt dat de kans dat we het klimaatakkoord goed invullen zo groot mogelijk is. We moeten ook ervoor zorgen dat onze we werkmethodes dusdanig aanpassen dat we minder technici nodig hebben voor hetzelfde werk. Zodat de productiviteit omhoog kan. Ook dat is een denkrichting.”

Samen de schouders eronder

Echter, samenwerking is cruciaal, want netbeheerders zoals Alliander-dochter Liander kunnen het niet alleen. “We moeten samen de schouders eronder zetten. De netbeheerders, maar ook overheden, aannemers, bewoners en ondernemers. Vanuit het maatschappelijk belang moeten we stappen zetten en iedereen moet zijn eigen manier van werken heroverwegen. Als we alleen maar naar elkaar wijzen en vooral blijven vasthouden aan de huidige werkwijzen, dan gaan we het gewoon niet redden. De oproep is om samen één perspectief te creëren. Vanuit waar iedereen zijn aandeel kan nemen.”

Statistische gegevens voor behalen energietransitie

• 35 terawattuur aan duurzame energie aangesloten
• 1,5 miljoen woningen van het aardgas af
• 1,8 miljoen extra laadpalen voor elektrische auto’s geïnstalleerd
• In 2019 844 miljoen geïnvesteerd in de energienetten
• In 2020 882 miljoen voor uitbreiding energienetten
• Op ruim 30 dertig locaties dit jaar bouw van nieuwe of grotere elektriciteitsverdeelstations en nieuwe kabelverbindingen

Voor actuele status per 30 maart: https://2019.jaarverslag.alliander.com/actuele-prestaties/ontwikkelinenergietran

Terug naar overzicht