Marike Bonhof neemt afscheid en blikt terug
“Het hoogtepunt was voor mij het Verbond van Brede Welvaart”
Marike Bonhof is bestuurder bij Vitens af en daarmee stopt ook haar betrokkenheid sinds 2017 bij het bestuur van NGinfra. “We hebben als NGinfra mooie stappen gezet, waarbij voor mij het hoogtepunt het Verbond van Brede Welvaart is.” Onder het genot van een broodje kaas en een glas karnemelk nemen we de afgelopen jaren door. Lachend: “Ik houd mijn lunch bescheiden en oer-Hollands.”
Je bent bestuurder bij Vitens geweest. Wat is de nieuwe uitdaging?
“Met veel plezier heb ik de afgelopen 5,5 jaar bij Vitens mogen werken. De drinkwatervoorziening is een prachtig maatschappelijk doel waar ik met mijn collega’s veel impact kon maken. Ik werd benaderd door Ymere, de grootste woningbouwcorporatie van Nederland. Ook daar leven maatschappelijke thema’s. Nu rondom het leveren van een fijn en betaalbaar thuis voor mensen met een smalle beurs. Ook de opgave om nieuwe betaalbare woningen te bouwen noem ik. Die is namelijk gigantisch. Neem daarnaast de rol van een woningcorporatie bij de sociale samenhang in een wijk en de verduurzaming van de bestaande woningen. In de gesprekken werd ik steeds enthousiaster over het helpen realiseren van die opgaven. Uiteindelijk heb ik mijn ‘blauwe hart’ achter gelaten, mijn sociale hart gevolgd en de overstap gemaakt. Met mijn brede ervaring kan ik in dit domein waarde toevoegen in de regio waar ik zelf ook woon.”
Daarmee neem je ook afscheid van het bestuur van NGinfra…
“Ja, helaas wel. Ik heb altijd met veel plezier in het bestuur van NGinfra gezeten. Ik was niet bij de oprichting, maar stroomde in en zag meteen de waarde van een dergelijke netwerkorganisatie. Het is bijzonder dat een aantal leiders in de infrastructuur elkaar wisten te vinden en concludeerden dat ze wat gemeen hadden. Ze wilden samen de infrastructuur van de BV Nederland beter maken. Daarbij was de insteek: ‘we hebben iets gemeen en dat kunnen we beter benutten’. Ik vind het mooi dat verbinding tussen leiders voor een organisatie als NGinfra heeft gezorgd. Pure winst als bestuurder is dat je kunt sparren met medebestuurders over ontwikkelingen en situaties. Ik vond het ook altijd een verademing dat je in dit gremia de mogelijkheid had om over de grenzen van je eigen organisatie heen te kijken naar de toekomst van infrastructuur. NGinfra bracht je, telkens weer, uit je eigen kolom en ik kwam altijd geïnspireerd weer terug op kantoor.”
“Ook de link met de wetenschap vind ik uniek. Via de wetenschap nemen we de tijd om op die toekomst van infrastructuur te studeren. Om op basis van de aangereikte informatie voor de infrastructuur betere beslissingen te nemen. Daarbij komt dat via de themacenters collega’s van de deelnemende bedrijven elkaar vinden. Ook zij komen van die bijeenkomsten enthousiast terug met kennis en perspectieven die ze anders niet hadden opgedaan. Dat zijn pure pluspunten.”
Nu kan het best lastig zijn om wetenschap en praktijk bij elkaar te brengen.
“Dat herken ik. Dat is niet altijd even makkelijk. Allereerst omdat je altijd als bedrijf de urgentie op de korte termijn hebt. Die dreigt altijd voor te gaan. Als je niet oppast wordt het vergezicht en de analyse die je bij NGinfra samen met de wetenschap opdoet, het kind van de rekening. Nog verder gedacht trap je dan in de valkuil van steeds maar branden blussen. Investeer in een brede kennisbasis waardoor je in analyses een rode draad kunt herkennen. Daarnaast speelt dat we bij de start van een onderzoek betrokken moeten zijn om ook resultaten van de wetenschap te kunnen oogsten. En dat we de opgedane wetenschap periodiek, al tijdens het onderzoek zelf, moeten vertalen naar de praktijk. Denk aan kennissessies of presentaties aan medewerkers. Zij kunnen daarvan de vruchten plukken. Daar is nog meer winst te behalen voor NGInfra.”
Heb je een voorbeeld van hoe je zelf de vruchten hebt geplukt van de wetenschap?
“Een tijd geleden was er een onderzoek over het samenwerken voor een innovatieve aanbesteding. Als partijen willen samenwerken voor een innovatieve aanbesteding, is het verstandig om niet het intellectueel eigendom te claimen. Dat was de uitkomst van het onderzoek. Je zet jezelf dan namelijk klem in de samenwerking. Destijds dacht ik: oké, dankjewel. Ik zag toen nog geen toepassing. Totdat er bij Vitens een innovatieve aanbesteding voorbijkwam waarin we wilden samenwerken en we dus die valkuil konden vermijden. Ik kon een match maken met de opgedane kennis. Dat maakte duidelijk dat je dergelijke kennis praktisch toegankelijk moet maken. En dat begint met het delen van deze kennis.”
Je noemt het verbond Brede Welvaart als hoogtepunt. Waarom?
“Brede Welvaart zit in mijn hart. Alliander, Vitens, Enexis, Gasunie, Stedin, ProRail, Tennet, Port of Amsterdam en Schiphol lanceerden donderdag 22 april 2021 dat verbond en ik mocht bij de totstandkoming betrokken zijn. Daarmee beloofden we dat we niet alleen meer naar het financieel-economische aspect te kijken, maar breder naar wat we toevoegen aan de maatschappij. Niet alleen de euro’s tellen, maar ook gezondheid, onderwijs, milieu en leefomgeving, politieke uitingsvrijheid, sociale cohesie, persoonlijke ontplooiing en veiligheid. We beloofden daar niet alleen over te rapporteren, maar op basis daarvan ook beslissingen te nemen. De dynamiek in het team achter het verbond en de onderlinge gesprekken vond ik prachtig. Gesprekken met onder anderen Koen Eising. CSR Director van Alliander, en Jan Hendrik Dronkers, secretaris-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ook IenW wil dit raamwerk omarmen. Bij Vitens waren we al best een eind op weg. We liepen voor op de wetgeving van de Corporate Sustainability Reporting Directive en met CO2-beprijzing. Maar met dat brede kijken ben je nooit klaar. Met 2.600 hectare aan natuur bij Vitens moet biodiversiteit bijvoorbeeld ook integraal in de besluitvorming terugkomen. Op dat vlak waren we als Vitens nog zoekende. Hoe dragen we bij aan of hebben we een impact op biodiversiteit? Het Verbond helpt ons daarbij.”
Om op dit thema door te gaan: er ligt een voorstel in de Tweede Kamer om Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij wet te regelen. Grote bedrijven als baggeraar Boskalis zien dit niet zitten en dreigen zelfs met vertrek. Hoe kijk jij daar tegenaan?
“Als je als bedrijf de continuïteit op de lange termijn wil veiligstellen, ontkom je er niet aan om Brede Welvaart, ook wel IMVO, leidend te laten zijn. Om dit soort veranderingen in goede banen te leiden heb je een wortel en een stok nodig. Ik snap dat VNO-NCW zegt dat we in Europa een level playing field nodig hebben, maar landen om ons heen hebben al zo’n wet. Dat bedrijven als Boskalis dreigen uit Nederland te vertrekken zie ik als stuiptrekkingen van het oude systeem. In die zin raad ik de topman van Boskalis en eigenlijk iedereen aan om het boek The Good Ancestor: a radical prescription for long-term thinking van Roman Krznaric te lezen. Dat is een prachtig boek. Het gaat over hoe je zelf een goede voorouder voor je, al dan niet toekomstige, kleinkinderen moet willen zijn. Dat stelt de lange termijn voorop. Daar zitten de antwoorden in voor de opgaves waar we op de korte termijn mee geconfronteerd worden. Ik merk dat de topman van Boskalis de opgave buiten zichzelf plaatst. Als ik in het Suezkanaal help omdat een schip is vastgelopen, kan ik niet verantwoordelijk gemaakt worden voor het regime ter plaatse. Dat verhaal kun je ook vertellen als je een fabriek in China hebt. En inderdaad, dat klopt. Maar je kunt het ook omdraaien. Wat ligt wel in je cirkel van invloed? Dan houd je bijvoorbeeld op zijn minst rekening met de arbeidsomstandigheden bij de partijen waar je mee samenwerkt. Begin daar dan mee.”