“We willen met NGinfra impact maken”

Elisabeth van Opstall is sinds november directeur van NGinfra. Wat is haar opgevallen in de afgelopen maanden? Hoe ziet ze de toekomst van infrastructuur en de rol van NGinfra? Haar antwoorden geven contouren, maar tegelijkertijd blijkt dat ze delen van de puzzel nog wil leggen. Samen met de partners van NGinfra.  

Hoe ben je begonnen in je nieuwe functie?
“Ik had de luxe dat ik een aantal maanden overlap had met oud-directeur Aernout van der Bend zodat we het stokje goed konden overdragen. Eén van de eerste dingen die ik heb opgepakt is het maken van een rondje langs de bestuursleden en programmaraadsleden van de partners van NGinfra. Ik vind het belangrijk om in een omgeving te werken waar er draagvlak is voor hetgeen we als NGinfra doen. Anders kun je geen impact maken. Ik merkte tijdens dat rondje een positieve energie. Er is geloof in de opzet en de samenwerkingsopgave. En in de rol die wetenschap kan spelen bij het vinden van antwoorden. Dat is de basis. Daarbij concludeer ik ook dat we het scheidsvlak moeten zien te vinden waar partners hun eigen antwoorden zoeken in hun kolom voor ontwikkelingen zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en ruimtegebruik en waar NGinfra het beste in beeld kan komen. Daarbij is het ook verstandig om te kijken welke partners op welk onderwerp het beste bij elkaar passen om samen op te trekken. Om het plat te slaan: de opgave als hub zoals een haven of vliegveld is nu eenmaal anders dan dat je producten of personen van a naar b moet kunnen brengen. Maar er bestaat vanuit een ketenperspectief en maatschappelijke opgave wel degelijk een afhankelijkheid. Kortom, nu is het een goed moment om te kijken hoe de puzzelstukjes in elkaar passen. Waar zitten dan de raakvlakken tussen deze opgaven?”

Je noemt de wetenschap. Welke rol kan deze spelen?
“Er komen diverse ontwikkelingen op de partnerorganisaties af. Denk aan de energietransitie, de klimaatadaptatie, de veranderende demografie en ruimtegebruik. We kijken dus hoe we cross sectoraal elkaars hand kunnen vasthouden om voor die ontwikkelingen de antwoorden te vinden. Maar we brengen ook wetenschappelijke inzichten op tafel. Dat brengt de partners nieuwe inzichten omdat je anders je stuk kunt bijten op de genoemde ontwikkelingen. Met de wetenschap kunnen we oplossingsrichtingen bepalen. We werken sinds 2004 samen met de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Met de NWO hebben we de eerste call voor wetenschappelijk onderzoek genaamd Responsive Innovations gedaan en afgerond. Wetenschap en de partners werkten daarbij voor de eerste keer samen. Daar hebben we van geleerd. Onder andere dat we het onderzoekskader beter en scherper moeten formuleren. Dat partnerbedrijven en wetenschap vanaf het begin en tijdens het onderzoek bij elkaar betrokken moeten blijven. En dat we inzichten beter voor het voetlicht van de praktijk moeten brengen als deze er eenmaal zijn. Dat alles vraagt van wetenschappers en de partnerbedrijven nogal wat. Ze trekken daarmee vaker samen op. Als NGinfra-platform moeten we daarbij een faciliterende rol spelen. Verbindend zijn en zorgen dat alle NGinfra-deelnemers in zijn of haar kracht worden gezet.”

Je bent ooit je carrière begonnen als fiscaal jurist.
“Ja, ik was belastingadviseur bij Andersen en Deloitte. In die rol was ik betrokken bij fusies en overnames en werkzaam bij grote corporates. Dat werk heb ik vier jaar ook in Nieuw-Zeeland gedaan. Mijn oudste twee kinderen zijn daar geboren. Na vier jaar begon het toch weer te kriebelen om terug te komen naar Nederland, want het was wel erg stil en rustig in Nieuw-Zeeland. We wilden weer wat meer reuring. We zijn toen terug naar Rotterdam gegaan. In de tussentijd had ik ook mooi de tijd om een studie strategische communicatie te volgen. Ik ging vervolgens aan de slag bij Deloitte in Nederland en daar heb ik een opleiding tot mediator afgrond. Dat paste bij me omdat ik graag belangen bij elkaar breng. Het mooie daarvan is ook dat je daarbij leert emoties te herkennen en leert focussen op de feiten. Ik merkte in verloop van tijd dat ik wel heel erg specialist werd. Ik liep niet meer warm voor een fusie of overname projecten. Ik ben meer een generalist. Impact en verbinding maken op basis van wetenschappelijke inzichten past me beter.

“Ik werkte als HR-consultant aan de doorstroming van vrouwen bij Deloitte. Dat heeft me geleerd dat je eerst een plaatje van de organisatie moet maken, voordat je deze met een visie wilt veranderen. Dan weet je ook wat je daadwerkelijk moet veranderen. Dat maakt je effectief om een visie in de praktijk te brengen. Daarbij heeft de ene groep, bijvoorbeeld accountants, een andere benadering nodig dan de andere, bijvoorbeeld consultants. Gechargeerd gezegd willen de accountants een lijstje met aanpassingen, terwijl consultants er een project van willen maken. Ieder heeft zijn eigen aanpak nodig. Na HR-consultant werd ik Senior Manager Consulting, Organisation and Change, ook bij Deloitte. Na Deloitte ging ik aan de slag bij de RebelGroup waar ik transities bij publiek-private ondernemingen begeleidde. Na twee jaar projectleider Duurzame Binnenvaart bij Provincie Zuid-Holland, werd ik Managing Director van SmartPort. Dat is een alliantie om van Rotterdam de beste en de slimste haven van de wereld te maken. Ook daar ging het om een toekomstvraag die we samen met de partners uitzoeken. Ook daar was het belangrijk om structuur en focus aan te brengen, informatie bij elkaar te brengen en deze laten leiden tot beelden voor de toekomst. Door het bundelen van wetenschappelijke inzichten op basis van een ecosysteem ontstaan er inzichten en ontwikkellijnen die je nooit ziet als je binnen je eigen tuintje blijft kijken. Je hebt een integrale blik nodig om transities het hoofd te kunnen bieden. Dat geldt hier ook bij NGinfra.”

Je bent ook betrokken bij de Pauluskerk in Rotterdam. Die fungeert onder andere voor daklozen als een opvanglocatie.
“Die betrokkenheid brengt me met beide voeten op de grond. Mensen die geen stem hebben, geeft de Pauluskerk een stem. Als je daar een dag rondloopt, relativeer je je eigen situatie. Het voorkomt dat ik mezelf verlies in een papieren en intellectuele werkelijkheid. Daar zijn mensen echt in nood. Het gaat om mensen waar in onze maatschappij geen plaats voor lijkt te zijn. Het is schrijnend om te zien. We proberen hen zo goed en kwaad als dat kan te helpen ongeacht wie ze zijn, dat is intens werk. Na een dag in de Pauluskerk durf je niet meer te klagen over wat je zelf niet hebt. Ik ga niet te filosofisch zijn, maar in de opvangruimte hangt de spreuk ‘overwin het kwade door het goede’. Daar geloof ik in. Van zure regen tot het gat in de ozonlaag. De mens is in staat op problemen te tackelen en uitdagingen aan te gaan. Belangrijk is dan wel de ernst van het probleem in te zien en daar actie op te zetten. Dat klinkt alsof de wereld maakbaar is, maar dat bedoel ik niet. Probeer gewoonweg de goede dingen te doen, dan komt de oplossing met de tijd. Weet dat je daarbij niet alles kunt controleren. Dit kan zo op een mok: relax, nothing is under control.”

Hoe zie je de toekomst van infrastructuur?
“Je ziet dat we tegen de grenzen aanlopen van wat mogelijk is. Dat is een kwestie van ruimtegebrek, maar ook van een gebrek aan grondstoffen en schaarste aan arbeidskrachten. De belofte van ‘altijd beschikbaar tegen de laagste prijs’, voelt meer en meer als een te zware belofte. Daarnaast kunnen we als infrabedrijven niet alleen meer economisch denken, maar moeten we – en daar zijn we ons als semipublieke bedrijven van bewust– meer maatschappelijke elementen meenemen. Infra ondersteunt bijvoorbeeld ook sociale innovatie. Let wel, dat betekent niet dat je geen businesscase voor een infraproject meer maakt, maar dat daarin meerdere elementen van Brede Welvaart meetellen. Natuurlijk moet het dan nog steeds ook ‘rond rekenen’. Het zijn immers publieke gelden. Maar visie op de toekomst van die infrastructuur moet ook volop in die businesscase meetellen.”

“Overigens, met NGinfra faciliteren we niet alleen de discussie over de lange termijn. Ik vind het mooi dat we ook kijken naar wat we bij wijze van spreken maandag samen al kunnen oppakken. De samenwerking tussen de leden van de themacenters is hier een mooi voorbeeld van. Zo concreet wordt het ook. Die vertaalslag van de blik op de toekomst naar acties voor vandaag en morgen moet er ook zijn. Immers, met NGinfra willen we impact maken. Ik denk dat het belangrijk is dat we daarbij scherp formuleren wat we doen en niet doen. Kortom, een scherpe propositie en een scherpe onderzoeksagenda. Zodat alle betrokkenen die tijd in NGinfra steken, van bestuur en programmaraad tot aan de themacenters – precies weten waarom ze dat doen. En dat hun bijdrage zichtbaar is en tot impact leidt. Dat gaat verkokering tegen en helpt het enthousiasme voor NGinfra vast te houden.”

Over Elisabeth van Opstall
Elisabeth van Opstall studeerde fiscaal recht in Leiden en ging daarna aan de slag als internationaal belastingadviseur in de fusie- en overnamepraktijk van Andersen. Daarna stapte ze over naar Deloitte. In 2011 toog ze naar RebelGroup, een advies- en investeringsgroep, waar ze naam maakte als specialist op het gebied van transitiemanagement en publiek private samenwerking. In 2017 was Van Opstall projectleider Duurzame Binnenvaart bij de Provincie Zuid-Holland. In 2018 werd ze directeur van Smart Port. Sinds november 2022 is ze directeur van NGinfra. Van Opstall is daarnaast bestuurslid bij de Pauluskerk en (W)arm Rotterdam omdat deze organisaties onvermoeid een schouder bieden aan mensen die dat nodig hebben. Zij is getrouwd met Roland en heeft drie kinderen.

Terug naar overzicht