Ruimte voor samenwerking

De netwerken van infrastructuurbeheerders staan onder druk. Zowel de beschikbare ruimte voor deze netwerken als de capaciteit binnen de netwerken wordt steeds schaarser. In deze verkenning worden de uitdagingen met betrekking tot netwerkcapaciteit en ruimtegebruik onderzocht, evenals de kansen voor samenwerking tussen de betrokken partijen, met als doel te komen tot een coherente aanpak van knelpunten.

Huidige situatie
De netwerken van de NGinfra-partners beslaan gezamenlijk een oppervlakte van 568.151 hectare, waarvan 304.400 hectare binnenwateren zijn. De ruimteclaim op het land bedraagt 263.751 hectare, wat vergelijkbaar is met de totale landoppervlakte van de provincie Noord-Holland. De totale lengte van deze netwerken is 201.899 kilometer, wat ongeveer vijf keer de omtrek van de aarde is (40.075 kilometer). Het totale ruimtegebruik van alle infrastructuurnetwerken in Nederland beslaat 561.893 hectare, wat vergelijkbaar is met de oppervlakte van de provincie Friesland. Dit omvat onder andere het hoogspanningsnetwerk van TenneT, de resterende energie- en waterleveranciers en de overige havens. De gezamenlijke lengte van alle netwerken in Nederland bedraagt 579.977 kilometer, wat ruim 14 keer de omtrek van de aarde is.

De huidige beschikbare ruimte op de netwerken van de partners wordt als een uitdaging ervaren. Er is geen sprake van een gezamenlijke netwerkcapaciteit uitdaging, aangezien netwerkcapaciteit voor elk netwerk verschillend definieerbaar is. Echter worden er wel problemen ervaren met de verdeling van de capaciteit over het netwerk. De hoge variabele piekvraag van de netwerken leidt tot congestie, bijvoorbeeld in de spitsuren voor het wegennetwerk van Rijkswaterstaat, of in droge periodes voor het waternetwerk van Vitens. Enkel voor Alliander is op dit moment de huidige netwerkcapaciteit definitief en structureel onvoldoende, voornamelijk veroorzaakt door piekbelasting.

Op het gebied van milieuruimte is er geen compleet beeld van de huidige belasting van de netwerken van de partners. Milieuruimte is de ruimte die elke partner heeft om het milieu te belasten met uitstoot of andere effecten die voortkomen uit de activiteiten die uitgevoerd worden op het netwerk, zoals CO₂-uitstoot, stikstof, geluidsuitstoot, trillingen en water- en luchtkwaliteit. Milieuruimte wordt in de praktijk vaak benaderd vanuit losse activiteiten die bijdragen aan de functies van het netwerk, waardoor er geen compleet beeld is van de totale milieubelasting, zowel per partner als collectief. Echter hebben de consequenties van een tekort aan beschikbare milieuruimte grote invloed op de aanleg, het onderhoud en de capaciteit van de netwerken van de partners.

Maatschappelijke ontwikkelingen
De huidige netwerken van de partners zijn voortdurend onderhevig aan veranderingen door diverse maatschappelijke ontwikkelingen die zowel de netwerkcapaciteit als het ruimtegebruik beïnvloeden. De energietransitie legt meer druk op het elektriciteitsnetwerk. De bevolkingsgroei zet de netwerken verder onder druk, waardoor de structurele en piekvraag naar de netwerken toe neemt. Tegelijkertijd resulteert klimaatverandering in onvoorspelbare effecten op zowel de netwerkcapaciteit als de fysieke structuur van de netwerken. Daarnaast vormt de krappe arbeidsmarkt een uitdaging, met vertragingen in onderhoud en aanleg van infrastructuur als gevolg. Ook de schaarste aan materialen en materieel leidt tot stijgende kosten en vertragingen in projecten, waardoor de afhankelijkheid van internationale markten een extra risico vormt.

Naast deze maatschappelijke ontwikkelingen spelen huidige wet- en regelgeving een cruciale rol in de mogelijkheden of beperkingen voor infrastructuurontwikkeling. De Omgevingswet, bedoeld om procedures te vereenvoudigen, kan in de praktijk juist de complexiteit van netwerkaanpassingen verhogen en tot vertragingen leiden. Strikte milieueisen vanuit de Kaderrichtlijn Water beperken bovendien de ruimte voor infrastructuurprojecten. Tot slot zorgt de leveringsplicht ervoor dat netbeheerders te allen tijde aan de vraag moeten voldoen, wat hun flexibiliteit in de energietransitie aanzienlijk beperkt.

Toekomststrategieën
De verwachte groei naar de vraag van de netwerken is door deze ontwikkelingen erg verschillend per partner. Als reactie op deze onzekere vraag, hebben alle partners toekomststrategieën opgesteld om hun netwerken toekomstbestendig te maken. Deze strategieën zijn vaak onafhankelijk van elkaar opgesteld en houden daarmee niet structureel rekening met de andere partners op het gebied van uitvoerbaarheid en haalbaarheid.

Alle partners zetten in op optimalisatie van hun netwerk. Optimalisatie betekent het efficiënter benutten van het huidige netwerk, door bijvoorbeeld capaciteitsvergroting, piekspreiding of automatisering. Echter is het niet duidelijk of alle optimalisatiedoelen tegelijkertijd realiseerbaar zijn zonder onderlinge afstemming tussen de partners. De toekomststrategieën van de partners – gecombineerd met duurzaamheidsdoelen – leiden namelijk elk tot extra belasting van het elektriciteitsnetwerk, een verhoogde vraag naar gekwalificeerd personeel en toegenomen behoefte van schaarse materialen. Zonder samenwerking in deze strategieën is de haalbaarheid van de optimalisatie een stuk complexer.

Naast optimalisatie willen enkele partners idealiter meer fysieke ruimte voor het netwerk in beslag nemen. Echter, in de praktijk is dit in veel gevallen niet mogelijk door ruimtelijke beperkingen en complexe vergunningstrajecten, waardoor ze grotendeels aangewezen zijn op de bovengenoemde optimalisatiestrategieën. Incidentele uitbreidingen zullen waar nodig plaatsvinden bij de netwerken van de partners, maar met uitzondering van Alliander wordt er bij geen van de ambities van de partners een definitieve groei in ruimtegebruik benoemd. Alliander verwacht tot 2033 een toename van 532 hectare aan fysieke ruimte.

Samenwerkingen
Er bestaat al een verscheidenheid aan samenwerkingen tussen de partners, echter zijn er weinig brede structurele strategische samenwerkingen om langetermijndoelen op te stellen en te behalen. De huidige structurele samenwerkingen zijn vaak gericht op specifieke werkzaamheden, maar hiermee worden knelpunten met betrekking tot netwerkcapaciteit en fysieke of milieuruimte niet op een overkoepelende wijze aangepakt.

In dit rapport wordt een aantal kansen voor samenwerking geïdentificeerd. Ten eerste zijn er kansen voor samenwerking op het gebied van harmonisatie. Uiteenlopende vakjargon en definities met betrekking tot de netwerken van de partners bemoeilijken de samenwerking. Bovendien sluiten de tijdshorizons van de uitvoeringsprogramma’s van de partners niet structureel op elkaar aan, wat kan leiden tot tijdelijke extra belasting van de netwerken of uitdagingen met betrekking tot efficiëntie en concurrentie. Ten tweede kan samenwerken op het gebied van netwerkoptimalisatie of -uitbreiding leiden tot minder concurrentie om personeel of schaarse materialen en materieel. Ten derde zijn er kansen voor samenwerking op het gebied van piekafvlakking, bijvoorbeeld door gezamenlijke prijsstrategieën en het beïnvloeden van consumentengedrag. Tot slot kan het ontwikkelen van een gezamenlijke cross-sectorale toekomstvisie de partners ondersteunen bij het structureel aanpakken van de huidige uitdagingen.

Terug naar alle onderzoeken
Publicatiedatum
09-05-2025
Auteur
SAC Groningen
Roadmap
Veerkrachtig ontwerp en onderhoud
Thema's
Schaarste en Efficiënt Grondstoffenbeheer

Relevante onderzoeken

Smart Heat and Power

Distributed generation (DG) contributes to a more sustainable electricity supply. Large-scale adoption of DG will bring...
Bekijk

Rapport arbeidsschaarste 2030

Uitvoerbaarheid geplande infrawerkzaamheden in 2030 onder druk door oplopend tekort technici.
Bekijk

Designing Multinational Electricity Balancing Markets

In today’s unbundled electricity markets, the balancing market is an intricate institutional arrangement that makes sure...
Bekijk

Aanmelden voor de nieuwsbrief

Nieuwsbrief aanmelding

Door op aanmelden te klikken, bevestig je dat je onze privacy policy hebt gelezen en hiermee akkoord gaat.