De ontwikkeling van slimmere en duurzamere energiesystemen is geen doel op zich. Het gaat om een hoger doel: helpen ervoor te zorgen dat schone energie betrouwbaar, beschikbaar en betaalbaar is en blijft voor alle geledingen van de samenleving. Dat was de gedachte achter het initiatief van Margot Weijnen, wetenschappelijk directeur van NGinfra en hoogleraar energiesystemen aan de TU Delft, om een wetenschappelijke bundel samen te stellen met artikelen die vanuit diverse invalshoeken de energietransitie belichten.
Het idee voor deze bundel ontstond tijdens een symposium dat Weijnen in september 2018 organiseerde ter gelegenheid van de inauguratie van haar collega Zofia Lukszo als hoogleraar Smart Energy Systems aan de TU Delft. De sprekers op dat symposium benadrukten dat het onderzoek naar slimmere en duurzamere energiesystemen raakt aan alle facetten van onze samenleving. Toegang tot energie is essentieel voor de economie; zonder energie geen productie en geen business. Maar energie is ook van cruciaal belang voor het welzijn en welbevinden van mensen in een samenleving. Zonder toegang tot energiediensten kunnen mensen nauwelijks deelnemen aan de moderne samenleving en bijdragen aan de economie. Met andere woorden: de energietransitie gaat over veel meer dan het ‘ontkolen’ van het systeem. De echte uitdaging is ervoor te zorgen dat niemand achterblijft.

Complex systeem
Ons energiesysteem is complex, met verschillende energiedragers, verschillende productieketens, verschillende gebruiksfuncties en heel veel gebruikers. Het is ook een systeem met een complexe aansturing door heel veel actoren, elk met hun eigen waarden en belangen. Niet al die actoren opereren op hetzelfde schaalniveau en met dezelfde tijdhorizon. Kortom, een complex systeem dat continu in beweging is door operationele en strategische besluiten van de actoren die niet alleen effect hebben in de eigen invloedsfeer, maar ook elders in het energiesysteem en op andere actoren.
Die complexiteit heeft tot gevolg dat de energietransitie niet iets is dat je kunt ontwerpen aan de tekentafel. De artikelenbundel heeft echter bewust de naam ‘shaping an inclusive energy transition’ gekregen; ‘shaping’ om aan te geven dat er gecoördineerde inspanning nodig is om de energietransitie vorm te geven, met aandacht en respect voor waarden die we als samenleving belangrijk vinden, inclusief sociale en ethische waarden als gelijkheid en rechtvaardigheid.
Het besturen van ‘het’ energiesysteem kunnen we niet centraliseren of overzichtelijk ophakken in onderdelen. Immers energie is overal. Veel nationale overheden hebben een ministerie voor energie (en er zijn veel landen met afzonderlijke ministeries voor olie, kolen, kernenergie etc.), maar tegelijkertijd hebben de ministeries die het beleid maken voor transport, landbouw, industrie, woningbouw, milieu etc. ook enorme impact op het energiesysteem. Eén van de uitdagingen is dan ook om in het kader van de energietransitie al die silo’s van besluitvorming consequent en consistent te richten op het gezamenlijke, sector-overstijgende doel van de energietransitie.
Het feit dat hét energiesysteem niet bestaat, is niet het enige complexe aan de energietransitie. Dé energietransitie bestaat namelijk ook niet. Elk land start vanuit een andere situatie, met zijn eigen mix van energiebronnen, zijn eigen infrastructurele erfgoed en zijn eigen economische structuur. En dan hebben we het nog niet over de culturele verschillen tussen landen, die medebepalend zijn voor besluitvorming en bestuur én voor het gedrag van inwoners en hun energiegebruik.

Het fundament
De artikelen in de bundel ‘Shaping an inclusive energy transition’ verkennen vanuit vier invalshoeken oplossingsrichtingen voor een duurzaam en inclusief energiesysteem. Het eerste deel van de bundel gaat over de fundamenten waarop de energietransitie wordt gebouwd: de normen en waarden die we als samenleving met ons meedragen en in onze historische infrastructuur hebben verankerd. De eerste bijdrage gaat in op de evolutie van infrastructuur in onze contreien, in het bijzonder de energie-infrastructuur.
De auteurs beschrijven hoe die infrastructuur als weefsel van onze samenleving steeds meer onder spanning komt te staan door een groeiende mismatch tussen de neoliberale inrichtingsprincipes en nieuwe maatschappelijke waarden en prioriteiten. In de overige twee bijdragen worden prominente waarden en spanningsvelden uitgelicht. Energierechtvaardigheid wordt beschreven als een belangrijk concept dat kan helpen om onderliggende waarden en waardenconflicten te identificeren. De laatste bijdrage kiest een filosofische invalshoek en betoogt dat de energietransitie en het klimaatbeleid ten diepste raken aan de existentiële kwestie van de verhouding van de mensheid met onze planeet. Met andere woorden, in de energietransitie kunnen we niet voorbijgaan aan morele en religieuze waarden.

Innovatie
In het tweede deel staat de technologie centraal. Uit het bijna onafzienbare veld van technologische innovaties in het energiesysteem worden twee prominente ontwikkelingen uitgelicht: aan de ene kant de grootschalige ontwikkeling van groene waterstof met een intercontinentale infrastructuur voor waterstoftransport, en aan de andere kant de ontwikkeling van slimme elektriciteitsnetwerken op een manier die lokale gemeenschappen actief betrekt en peer-to-peer samenwerking stimuleert. Beide ontwikkelingen bieden elegante oplossingen voor de variabiliteit van weersafhankelijke bronnen als zon en wind en beide houden grote beloften in voor een inclusieve energietransitie, op verschillende schaalniveaus. Ze hebben beide grote gevolgen voor het ontwerp en de operatie van het toekomstige energiesysteem: zo zien we in beide gevallen de onderlinge afhankelijkheid tussen energie-infrastructuren onderling, en die tussen energie-, transport-, ict- en telecominfrastructuren sterk toenemen.

De spelregels
Het derde deel van de bundel focust op de instituties, dat zijn de geschreven en ongeschreven spelregels van het energiesysteem en de veranderingen die daarin nodig zijn om een inclusieve en rechtvaardige energietransitie mogelijk te maken. Een EU-brede studie signaleert dat maatschappelijke waardering een voorwaarde is voor de acceptatie van nieuw energiebeleid, maar laat ook zien dat sociale waarden meer aandacht moeten krijgen in de ontwikkeling van het Europese wetgevingskader voor de energietransitie. Een case study in de Bulgaarse hoofdstad Sofia laat zien hoe de elektriciteits- en warmtevoorziening voor een grote groep kwetsbare inwoners onlosmakelijk verbonden is met de water- en voedselvoorziening. Eenzijdige beleidsingrepen in de energievoorziening, zonder erkenning van de energie-water-voedselnexus, dreigen de energiearmoede te versterken en helpen de kwetsbaarste inwoners van de regen in de drup. Een andere bijdrage, met focus op de Nederlandse transitie maar verwarming zonder aardgas, betoogt dat consumenten in de transitie van aardgas naar collectieve warmtevoorziening meer bescherming behoeven. Deze auteurs pleiten voor een steviger verankering van consumentenbelangen in een wetgevings- en reguleringskader dat bepaald wordt door energierechtvaardigheid, energiedemocratie en de beginselen van ‘good governance’.

Technologie en samenleving
In het vierde deel gaat het over het verbinden van technologie en samenleving. Allereerst worden serious games besproken, als antwoord op de uitdaging om een brede waaier van actoren én het grote publiek te betrekken in de vormgeving van een inclusieve energietransitie. De auteurs beschrijven hoe zij serious games in de context van India hebben gebruikt om actoren, van beleidsmakers tot burgers, met elkaar in constructief debat te brengen over hun visies, opinies en waarden. Een inclusieve energietransitie gaat immers niet alleen om het vormgeven van een inclusief systeem voor de toekomst, maar ook over het proces daar naartoe.
De bundel besluit met een pleidooi voor een brede socio-technische systeembenadering, waarin alle besproken aspecten samenkomen: de technologische, economische, cyber-fysische, sociale, institutionele, politieke en ethische aspecten van het energiesysteem. Het gaat hier om een veelomvattende systeembenadering, waarin de expertise uit een scala aan kennisdomeinen bijeen wordt gebracht. De auteurs beschrijven een conceptueel socio-technische systeemmodel dat zij vervolgens uitwerken in een case study van de brandstofcelauto als toekomstige elektriciteitsfabriek.

In gesprek
Het energiesysteem is een veelkoppig monster dat alleen getemd kan worden als we de verschillende dimensies ervan herkennen en ons bewust zijn van de samenhang op verschillende schaalniveaus en tijdschalen en van de spanningen tussen verschillende waarden. Beleidsmakers moeten zich beter bewust zijn van technology bias in de ontwikkeling van nieuwe instituties, want zonder passende instituties kunnen innovaties niet tot wasdom komen. Omgekeerd moeten technologieontwikkelaars zich meer bewust zijn van de waarden die zij verankeren in technologische standaarden en hardware. De verschillende invalshoeken van de bundel kunnen helpen om alle actoren, van beleidsmakers tot infrastructuurbeheerders, producenten, energiedienstenleveranciers, burgers, politici etc. met elkaar in gesprek te brengen, tot gedeelde waarden te komen en de transitie te benaderen als een gezamenlijk doel. Dat debat is cruciaal.
De bundel begint met een voorwoord van Frans Timmermans, Vice-President van de Europese Commissie. De reden tot lezen vat hij samen in een krachtige zin: “We are the first generation to feel the impact of climate change and we are the last that can do something about it.”

De bundel wordt online aangeboden via Springer en is gratis te downloaden via https://link.springer.com/book/10.1007/978-3-030-74586-8

Terug naar overzicht