Politiek trekt geen lessen uit coronacrisis

Wie de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen voor de Tweede Kamer doorneemt, komt erachter dat ze bijzonder weinig lessen uit de coronacrisis bevatten. Het is business as usual, terwijl we structureel andere keuzes op het gebied van wonen en infrastructuur moeten maken.

Nu we tien maanden onderweg zijn met de coronacrisis, tekenen zich definitieve veranderingen af. In een onderzoek van recruitmentbureau Robert Walters geeft 85 procent van de ondervraagden aan dat zij ook in de toekomst regelmatig willen blijven thuiswerken. Als Nederlanders dan over het algemeen nog maar twee dagen naar het werk hoeven, krijgen ze een andere woon- en reisbehoefte. Vandaar ook dat de vraag naar woningen aan de randen van en buiten de steden stijgt.

Pleidooi voor asfalt achterhaald
Politieke partijen zoals VVD en PVV pleiten nog steeds voor meer asfalt en de manier waarop is achterhaald. Verbreding van snelwegen, zoals bij Schiphol is gebeurd, helpt nog steeds niet files te bestrijden. Als we ervoor zorgen – ook een les van corona – dat 6 procent van de automobilisten in een file alternatief vervoer pakt, verdwijnt de hele file. Van de reizigers die momenteel reizen, nemen er nu meer de auto. Maar zodra het vaccin er is, verwacht ik dat reizigers weer volop gebruikmaken van het openbaar vervoer. Als hen het maar makkelijk genoeg wordt gemaakt. Daarom is het hoopvol dat partijen als VVD, CDA en GroenLinks pleiten voor betere spoorvoorzieningen, soms zelfs voor hogesnelheidslijnen.

Wat mist is de afweging. Je kunt de schaarse ruimte in Nederland maar één keer, binnen normen voor PFAS, stikstof en CO2, inzetten. In de plannen over woningbouw van GroenLinks, de SP, de PvdA, de Partij voor de Dieren, SGP, VVD en CDA zie je dat niet terug. De één wil een miljoen woningen over tien jaar, de ander voor 2035. Waar we die zouden moeten bouwen, wordt niet duidelijk. Hoe daarbij PFAS, CO2 en stikstof meespelen, evenmin. De Partij voor de Dieren komt in elk geval nog met een suggestie voor uitruil met landbouwgrond.

Nieuwe deltacommissaris
De meeste partijen willen een minister die de bouw van woningen najaagt, nu het regionaal en lokaal stagneert. De regie voeren op woningbouw is niet vreemd. Echter, zo’n minister wordt meegezogen in politieke belangen. Een deltacommissaris zoals die er al is voor het tegengaan van overstromingen is beter. Die kan het volledige plaatje schetsen, inclusief PFAS, CO2 en stikstof. Die nieuwe deltacommissaris constateert hoeveel geld er gemoeid is met de gewenste woningbouw, maar ook welke investeringen in infrastructuur dat met zich meebrengt. Denk aan openbaar vervoer, wegen, water, elektriciteit, maar ook aan andere voorzieningen zoals zorg of sportgelegenheden.

Als dat investeringsplaatje rond is, kan de Rijksoverheid, met alle argumenten op een rij, zien waar we het beste kunnen bouwen. Daaruit trekken we mogelijk de conclusie dat we grote steden niet groter gaan maken. Ik pleit ervoor om ‘slaapsteden’ zoals Alphen aan den Rijn, Gouda en Zoetermeer van 100.000 naar 200.000 inwoners te brengen. Er is een relatief kleine investering voor nodig om het rondje spoor rondom het Groene Hart in de Zuidelijke Randstad te vervolmaken.

Zorgvuldig
Kortom, weeg de elementen corona, de ambitie om woningen te bouwen, de effecten op infrastructuur en de gevolgen voor stikstof, PFAS en CO2 zorgvuldig. Dat we woningen keihard nodig hebben, staat niet ter discussie. De manier waarop dat gerealiseerd moet worden, staat dat wat mij betreft wel. Daarbij moet de Rijksoverheid iedere belastingeuro zo effectief mogelijk uitgeven.

Geplaatst in Trouw op 12-01-2021 – Download hier de PDF versie

 

Terug naar overzicht